verzorgen en hanteren
Verzorgen en hanteren
Gerbils zijn erg vriendelijk, maar geen echte knuffeldieren. Ze kunnen schrikken als ze onverwacht van bovenaf worden opgepakt. Schep de dieren altijd voorzichtig met beide handen op, of til ze op in een bakje. Pak een gerbil nooit aan zijn staart vast. Dan loop je namelijk het risico dat de huid van de staart loslaat, en je alleen nog een leeg velletje vasthoudt. De gerbil gebruikt dit stukje techniek in de natuur in uiterste nood om aan zijn vijand te kunnen ontsnappen. De huid groeit niet meer aan en de staartwervels sterven af. Na enige tijd verliest de gerbil ook deze wervels.
Haal voedselresten die kunnen bederven dagelijks uit het hok en ververs het drinkwater elke dag. In hun oorspronkelijke leefgebied zijn gerbils gewend om heel zuinig om te gaan met water, wat tot gevolg heeft dat ze slechts weinig urine en droge keutels produceren en dus vrijwel reukloos zijn. Een tweewekelijkse schoonmaakbeurt van het verblijf, waarbij je het bodemmateriaal vervangt en de bak reinigt, is doorgaans voldoende. Maak dan ook de inrichting schoon, zoals de schuilplaatsen, waterflesje (inclusief de tuit!) en voerbak. Vervang ook het zand in het zandbadje. Gebruiken de gerbils het zand om hun ontlasting in te doen, dan moet je het bakje slechts gedurende een half uur per dag aanbieden.